vrijdag 6 februari 2009

Voyage: Shanghai Nights

Het overviel me terwijl ik er het minst op voorbereid was.
Plotseling waren er overal draken tussen de lakens,
die vuren aanstaken in mijn hoofd. Ik werd verteerd
door de ijzige sintels en vlammen van zweet die om me heen
duizelden; ook hier was de winter doorgedrongen tot
mijn botten. Wederom was ik stervende in een land
dat niet het mijne wilde zijn. Vanuit de straten stegen hymnen
en gebeden op voor de stervenden. Ze drongen mijn hersenen

binnen in stekende stromen; lieten een slijmerig spoor
van verwoesting achter. Ik verviel in hoestende stormen
terug naar de staat van een kind; waar ik waande dat alles
weer goed zou komen, zoals alleen een stervend kind dat kan.
Het kwam in een werveling van licht, ik zou noordwaarts
trekken naar het hart van de vorst en hem neersteken
in zijn Verboden Stad; verlammen met de heilige dood
van martelaars en bedelmannen. De stormen staken weer op

en ik verschool me achter gesloten oogleden waar mijn ki
stand zou houden en overwinnen. Later die week dwaalde ik
door de met drakenschubben bedekte straten van Shanghai
als een geschopte hond met de staart tussen de benen. De tijd
verhing zich traag aan de laatste rafels nacht.