zondag 11 januari 2009

Voyage: The Beginning

Ik at uit kranten, stouwde me vol met beurskoersmac 'n cheese
en andere Amerikaanse vethapcrap. Snoof me naar de kanker met
kredietcrisiscocaine, vol glasvezels en ander soort ongein.
Normaal zou ik er dood aan zijn gegaan, maar een mens leert
zichzelf kennen als hij nergens meer heen kan behalve zichzelf,
om achter te verschuilen. Ik spoot me vol met waardeloze dollars,
kreeg spontaan een maagkrach achter de kiezen; had beter
moeten weten. Ik dacht aan scheurbuik of andere middeleeuwse

ziektes waar mensen dood van gaan. Waarom niet, ik leefde immers
ongezond. Voelde me net een huisvrouw aan de crystal meth, lag
te weken in mijn lichaam. Het viel uit elkaar, toen mijn tanden
uit mijn bek kruimelden wist ik het zeker; ik ga dood in een land
waar ik niet sterven wil. En de winter was al gekomen. Die nacht,
ik ging slapen en bloedde bijna dood, merkte het pas de volgende
ochtend. Mijn kussen kleverig van bloed en hersens. Ik ben altijd
kerngezond geweest, behalve dit jaar. Ik zag er niet uit en

voelde me nog erger. Mensen die me een maand niet gezien hadden
begonnen al met liegen: "Wat zie je er goed uit!" En ik wist dat
ze logen uit medelijden. Het was alsof mijn lichaam uit me weg wilde
lopen, hier wilde blijven en dat liet weten. Maar in feite was ik
al jaren dood aan het bloeden. Het seizoen van naaldbomen en liefde
voor mensen waar je de rest van het jaar niet meer naar omkijkt
was slecht voor mij; ik bloedde nooit in de zomer. Ik moest weg,
had al jaren weg moeten zijn, maar kon geen land vinden

dat me wilde hebben. Want ik was anders en alles dat anders is,
is hetzelfde; gevaarlijk. Er sijpelde bloed door mijn aderen dat
met twee aardes wilde vermengen. Maar ik erkende geen van beide
chromosoomplaneten en waande me daarom vrij om te gaan en staan
waar ik kon. 'Je hebt geen half maar dubbelbloed,' spraken idioten
tegen mij. Ze wisten blijkbaar niet waar ze over logen
en hadden vast geen oorlog meegemaakt. Wie niet puur is, sterft
als eerste. Ik ben al zo vaak geëxecuteerd. Ik was nooit welkom

in het land waar ik niet thuishoorde, er klonk geen roep
uit mijn vaderaarde en ik keerde hem mijn ogen toe, de rug is
enkel voor verraders. Zelfs in het land van mijn barensweeën was ik
een vreemdeling. Met niet eens een stukje steen om op te staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten